Ontwikkelingen in DNA-onderzoek maken het steeds eenvoudiger om een dader achter een moord te achterhalen. Waar het vroeger nog om het vinden van slechts een vingerafdruk of een haarwortel ging, zijn er nu nieuwe innovaties om forensisch onderzoek zo accuraat mogelijk te maken. Zo is er in de liquidatiezaak op de moord van Zeynel Er uit Leiden een nieuw DNA spoor opgedoken.

De moord op Zeynel Er wordt van 3 tot en met 6 april 2018 inhoudelijk in de rechtbank behandeld. Het Openbaar Ministerie zal op vier april met een strafeis komen. Het motief van de liquidatie ontbreekt tot de dag vandaag . De verdachten beroepen zich op hun zwijgrecht. Alles hangt dus nu af van de DNA matches. Het DNA onderzoek heeft de mogelijke daders dichterbij gebracht. Er is een nieuw DNA spoor opgedoken. Dit keer van de verdachte Mohammed H. (31), terwijl er tot nu toe vooral DNA sporen van Leon N. (24) bekend was.

Zoektocht naar daders

Zeynel Er was een ondernemer van Turkse afkomst die op 14 juni 2016 op klaarlichte dag werd neergeschoten in de Rooseveltstraat in Leiden. Zeynel was directeur van het bouwbedrijf Ocean Constructions BV in Amsterdam. Er waren in 2015 al twee eerdere moordpogingen op hem beraamd. Deze vonden plaats in het kantoor van zijn bedrijf aan de derkinderenstraat in Amsterdam.  Maar de derde moordpoging die in Leiden plaatsvond overleefde Zeynel-Er niet. Het slachtoffer werd gedurende die avond meerdere keren geopereerd. Maar tevergeefs, hij stierf door de liquidatie in Leiden twee dagen later aan zijn verwondingen.

Er was destijds nog niet veel over de identiteit van de slachtoffer bekend. De daders waren mogelijk twee verdachten met bivakmutsen op hun hoofd die met een scooter waren gevlucht. De politie startte gelijk een grondig onderzoek met een groot politieteam naar de daders.

Belangrijk voor de politie was om het motief achter de liquidatie te achterhalen en wie de twee verdachten waren die met bivakmutsen waren vermomd. Hoewel sommige getuigen volgens Bob Kaarls, advocaat van Mohamed H verklaarden dat de twee daders geen bivakmutsen droegen. Ook verschilden de getuigen van mening over de kleur van de scooter en of er wel of geen spiegels op de scooter aanwezig waren.

DNA sporen op een tasje

Op donderdag 3 november 2016 tijdens een pro-formazitting werden de identiteiten van de mogelijke daders bekend gemaakt door de Haagse rechtbank. Er bleek sporen van DNA aanwezig te zijn, die matchten met een Leon N. (24) en Mohamed H. (31). De daders gebruikten een Volkswagen Candy Busje als vervoermiddel om Zeynel Er om te leggen. Dit gebeurde met behulp van een automatisch wapen, waar met meerdere kogels op Zeynel werd geschoten.

Het busje lieten zij aan het einde van de straat achter en gebruikten vervolgens de scooter als hulpmiddel om van de liquidatieplek weg te vluchten. De eerste DNA-sporen werden gevonden in het busje dat de daders gebruikten en een Albert Heijn tas die in het busje aanwezig was. Deze DNA-sporen werden teruggevonden op het DNA van Leon N (24) uit Zoetermeer, die verdacht wordt de schutter van de liquidatie te zijn. Naarmate het onderzoek naar de mogelijke daders van de liquidatie vorderde, verdenkt het Openbaar Ministerie (OM) Mohammed H. (31) uit Zaandam ervan

dat hij de bestuurder van het busje was. Er werden al   eerder voorheen DNA-sporen van Mohammed H. op de buitenkant van het busje gevonden. Maar op 23 februari 2018 tijdens een zitting werd bekend dat er ook twee DNA-sporen van Mohammed H. aan de bestuurderskant van de auto aanwezig waren. Dit op de knopjes van de ramen en op de stoelhendel. Er is nog een derde verdachte maar zijn rol is onduidelijk en hij zit om die reden niet vast.

 DNA-onderzoek in vogelvlucht ( 1984 – 2012)

Nieuwe ontwikkeling:  invoering sleepwet

Forensisch DNA-onderzoek stond aan het begin van de 21ste eeuw nog in de kinderschoenen. Maar is mede door nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen en de versoepeling van wetgeving in Nederland de afgelopen jaren uitgegroeid tot een verfijnd systeem om verdachten van een misdaad op te sporen. De DNA-onderzoeken vinden veelal plaats bij het forensisch instituut in Leiden. Toch is de discussie rond de privacy van de invoering van de Wet DNA-onderzoek in 1994 niet verstomd. Nu anno 2018 krijgt het weer een nieuwe impuls door de aankondiging van de invoering van de sleepwet. De Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, maakt het voor de AIVD mogelijk om op

eigen houtje DNA-onderzoek te verrichten met gebruikmaking van een geheime DNA-databank.

De AIVD is dan bevoegd om een eigen DNA-databank te inrichten op basis van de DNA-profielen die zij verzamelen, te vergelijken met de informatie die zij van het Nederlandse Forensisch Instituut krijgen. Iedereen kan er dus terecht in komen. De AIVD kan dus binnen gesloten deuren opereren. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken moet alleen wel toestemming geven voordat er een DNA-onderzoek kan worden gestart. Tijdens de rechtszitting op 4 april 2018 zal duidelijk zijn of het DNA-onderzoek een doorslaggevende rol speelt in deze liquidatiezaak.

Dit nieuwsbericht is gemaakt op basis van oude nieuwsberichten, dossiers, formulieren, naslagwerk en cijfers van het Ministerie van Justitie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).