Martijn Otten is 24 jaar, raadslid van de PvdA in Leiden en werkt als woordvoerder voor die partij in de Eerste Kamer. Hij heeft onderwijs, jeugd, studenten en sport in zijn portefeuille en heeft grote ambities voor de komende vier jaar. ‘We moeten in Leiden niet alleen de beste universiteit van Nederland hebben, maar ook het beste mbo.’

Waarom wil je al zo jong de politiek in?
‘Toen ik ging studeren, liep ik mee met de El Cid introductieweek en kwam ik erachter dat er veel politieke jongerenorganisaties waren. Dat vond ik interessant. Er waren net verkiezingen geweest en ik was toen fan van Job Cohen. Ik wilde weleens kijken bij de jongeren van de PvdA.’

Werd je direct actief?
‘Wel bij de Jonge Socialisten (JS), maar pas twee jaar later bij de PvdA. Op de 1 mei-viering, de Dag van de Arbeid, mocht ik in Leiden wat komen vertellen namens de jongerenpartij. Na afloop kwamen er allerlei mensen naar mij toe die vroegen of ik het niet leuk zou vinden om ook lokaal actief te worden voor de PvdA.’

Waarom heb je specifiek gekozen voor de PvdA?
‘Ik geloof in de idealen van de PvdA. Die worden op het ene moment natuurlijk beter uitgedragen dan op het andere moment. Ik sta voor de sociaaldemocratie, het idee dat iedereen zoveel mogelijk gelijke kansen krijgt en dat mensen worden samengebracht.’

Heb je getwijfeld tussen andere partijen?
‘In het begin vond ik GroenLinks ook wel interessant. Maar hoe langer ik actief was bij de PvdA, hoe meer ik merkte dat het wel mijn partij was. Dat wil niet zeggen dat ik het met alles eens ben, maar ik vereenzelvig me wel met de idealen.’

Waarom denk je dat de PvdA op dit moment zowel landelijk als lokaal slechte resultaten boekt?
‘Dat is een vraag waar wij ons veel mee bezig houden en die moeilijk te beantwoorden is. Het heeft deels te maken met het feit dat de partij geen duidelijk verhaal heeft. Mensen moeten weten waar je voor staat en wat je wilt bereiken. Ook helpt het niet dat het Rutte II-kabinet een aantal dingen moest doorvoeren waar de PvdA normaal gesproken eigenlijk niet voor staat.’

Is de bodem van de put al bereikt?
‘Als je de landelijke verkiezingen van vorig jaar vergelijkt met de recente gemeenteraadsverkiezingen, dan heeft de PvdA de meeste winst gemaakt in Leiden. Er zijn 19.000 stemmen minder uitgebracht bij de gemeenteraadsverkiezing, en we hebben er 800 of 900 stemmen bijgekregen. Dat is dan weer een positief signaal.’

Welke dingen zou jij de komende vier jaar willen veranderen in Leiden?
‘Op het gebied van onderwijs wil ik ervoor gaan zorgen dat in Leiden iedereen van jongs af aan goede kansen krijgt. Er is nog steeds veel ongelijkheid in het onderwijs: er zijn scholen met bovengemiddeld veel kinderen uit arme gezinnen en er zijn scholen waar kinderen minder ondersteuning krijgen dan op andere scholen. Ook wil ik me voor de integratie van de studenten inzetten: ik wil ze betrekken bij de stad, en ze uit hun universiteitsbubbel halen.’

Je bent nu raadslid in Leiden, je bent voorlichter in de Eerste Kamer en je hebt in het landelijk bestuur bij de jongerenafdeling gezeten. Zou jij niet een ideaal toekomstig PvdA-Kamerlid zijn?
[Uitbundige lach] ‘Ik krijg best wel vaak van dat soort vragen. Daar kan ik heel erg lastig antwoord op geven, hoor. Ik vind de lokale politiek nu erg leuk omdat je heel concreet dingen kunt veranderen. Ja, en misschien ga ik dat bij de landelijke politiek ook ooit wel doen. Maar ik heb nog niet een uitgestippeld plan. Dat is natuurlijk ook heel lastig. Want ja, als de PvdA er zo voor blijft staan dan hebben we over tien jaar niet zo heel veel functies meer over.’

Kunnen hoogopgeleide politici de belangen vertegenwoordigen van laagopgeleide burgers in de samenleving?
‘We willen bij de PvdA een zo divers mogelijk ledenbestand hebben, en een zo breed mogelijk organisatie zijn, maar je ziet gewoon dat hoogopgeleiden eerder politiek actief worden. We doen heel erg ons best om ook mbo’ers aan te spreken, maar zij tonen gemiddeld gezien minder interesse voor de politiek.’

Wat zou jou als raadslid trots maken?
‘Als het niveau van het mbo in Leiden op een hoog niveau komt. We moeten in Leiden niet alleen de beste universiteit van Nederland hebben, maar ook het beste mbo.’